Ervaringsverhaal van een spermatozoïde

ervaringsverhaal van een spermatozoide

Geschreven door Gastbloggers Groeisprong

maart 20, 2014

Ervaringsverhaal van een spermatozoïde. 

Dit artikel is een gastblog van Remco de Swart.

Gastblogs zijn op persoonlijke titel geschreven en weerspiegelen een persoonlijke visie. Deze visie wordt niet noodzakelijk door Groeisprong / Van Buik tot Baby gedeeld.

Ervaringsverhaal van een spermatozoïde

Het “ervaringsverhaal van een spermatozoïde” is een gastblog van Cynthia Marcus.

Het begin

“Mannen!”, klinkt het vanuit de wanden.

“Mannen, deze keer is het geen oefening.

bevruchting

Over enkele ogenblikken gaan jullie op voor de strijd. Een strijd op leven en dood. Stuk voor stuk zullen jullie strijden tot het bittere einde. Strijden tot jullie het loodje leggen. Ik ga het niet mooier maken dan het is, hoogstens één van jullie zal het overleven maar weet, de enige reden dat jullie gemaakt zijn is voor deze heugelijke dag. De dag dat jullie deze glorieuze strijd gaan leveren.”

Terwijl de bulderende peptalk de enorme ruimte blijft vullen kijk ik schoorvoetend om me heen. Veel licht is er niet maar gelukkig zijn we allemaal geheel in het wit.

Donker

Alleen met veel moeite zie ik nog net degene die zich direct naast me bevinden, zo donker is het, maar ik weet dat we met vele miljoenen zijn. We hebben allemaal hetzelfde doel maar toch zijn we allen elkaars concurrenten.

Links van mij zie ik een doetje, dat echt niet ver gaat komen. Aan de rechterkant een kreupele, geen enkele concurrentie. Over degene die zich direct voor me bevindt maak ik me pas echt zorgen. Hij is groot en sterk en je ziet aan alles dat hij dat weet. Ik ben een winnaar, straalt hij uit.

“Mannen zet je schrap, het gaat gebeuren!”

De hele zaal begint te bewegen en ik kan me slechts met moeite overeind houden.

“Stel me niet teleur, mannen! Het overleven van onze soort staat op het spel, vaarwel en succes!”

Verbetenheid

De hele zaal trilt nu als een bezetene, het wordt snel warmer. Om me heen zie ik angst, verbetenheid en vreugde. Zelf weet ik niet hoe ik me moet voelen. Het beste woord is misschien wel: nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar wat ons te wachten staat.

Er gaat een schok door de zaal. We beseffen het allemaal, nu kan het elk moment gaan gebeuren. Het volgende moment komen de zaalwanden als een razende op ons af. Al snel worden we met miljoenen door de smalle gangen geperst.

In een razende vaart schieten we door de gangen. Er is nog steeds niet veel licht, maar ik weet dat er in de eerste seconden reeds duizenden gesneuveld zijn.

Opeens wordt de gang veel breder en neemt de snelheid wat af.

Voor me hoor ik doffe dreunen, maar hoe deze veroorzaakt worden, is voor mij een raadsel. Luttele ogenblikken later heb ik het raadsel opgelost.

Ik zie een grote schaduw voor me opdoemen met alleen in het midden een kleine opening. Met afgrijzen zie ik dat veel van mijn medestrijders op de donkere schaduw te pletter slaan. Ook ik steven recht op de grote schaduw af.

Met al mijn krachten worstel ik me over mijn medestrijders heen. Wanhopig probeer ik richting het midden te komen. Bijzonder egoïstisch, ik weet het, maar deze strijd ga ik echt niet overleven als ik ook aan anderen moet denken. Me, myself and I  is het credo.

Mayday

Ik worstel wanhopig verder terwijl de schaduw veel te snel dichterbij komt. Ik red het niet, ik red het niet, mayday, mayday maar opeens floep ik dan toch door de opening. Verbaasd realiseer ik me dat ik het heb overleefd.

De strijd is echter nog niet voorbij. We worden onverminderd snel voortgestuwd. We zijn nog steeds met velen maar toch nog maar met een fractie van de vele miljoenen waarmee we van start gingen. Ik gun me even rust nu deze horde is genomen. Hoeveel er nog zullen volgen, is mij een raadsel. In gedachten laat ik me verder meevoeren.

Ik schrik net op tijd wakker uit mijn gedachten om de aanvaller op te merken. Ik duik opzij. Degene achter mij heeft minder geluk en legt het loodje. Hij lijkt van het ene op andere moment gewoon op te lossen.

Aanval

Opeens worden we van alle kanten aangevallen. Om mij heen lossen mijn medestrijders op als suiker in een glas water. Met meer geluk dan wijsheid weet ik de aanvallen te ontwijken. Ik probeer zoveel mogelijk in het midden te blijven want ook de wanden blijken levensgevaarlijk.

We stromen op een splitsing af. De meeste van mijn medestrijders kiezen de weg van de minste weerstand en laten zich de rechter gang in stromen. Zelf probeer ik de linker gang te nemen, dit doet maar een enkeling. Zo hoop ik meer kans te maken.

De aanvallen gaan ondertussen onverminderd door maar er gloort hoop, in de verte is de eindstreep in zicht. Eindstreep is misschien niet het goede woord. Eindbol komt meer in de richting.

De bol lijkt onverstoord op ons te liggen wachten. De grote bol waar het allemaal om draait. De bol waar miljoenen hun leven voor hebben gegeven. Ondanks het weinige licht is de bol goed zichtbaar, het lijkt wel of zij straalt.

Met moeite ontwijk ik de talloze aanvallen op mijn leven. Als door een wonder bereik ik ongeschonden de bol. De sprekende wanden hebben niet gelogen. Van de vele miljoenen strijders hebben er slechts een honderdtal de bol weten te bereiken en ik ben er gelukkig één van.

Bol

Ik probeer me niet over te geven aan een moment van rust. Al ben ik doodmoe, ik ga gelijk aan de slag. De strijd is beslist nog niet gestreden.

Als een bezetene probeer ik door de bol heen te dringen. Velen met mij proberen hetzelfde. Met wisselend succes. Degene die voor me stond heeft het ook gehaald. Hij probeert rechts van mij de bol binnen te dringen. Hoewel hij nog steeds groot is, heeft hij duidelijk aan kracht ingeboet.

Winnen

Als het besef tot me doordringt dat ik nog steeds zou kunnen winnen, krijg ik nieuwe energie. Met letterlijk de dood op mijn hielen graaf ik als een bezetene. Gestaag vorder ik, maar de bol geeft zich niet snel gewonnen. Al snel ben ik aan het einde van mijn Latijn. Het graven gaat steeds langzamer.

Het liefst zou ik het willen opgeven en me overgeven aan de eeuwige rust. Net als ik wil toegeven aan dit verlangen voelt de bol plotseling week aan. Met vernieuwde moed en mijn laatste krachten graaf ik verder. Als ik de bol binnendring registreer ik dat nauwelijks.

Toen ik aan de strijd begon had ik geen idee wat me te wachten stond. Het gevoel dat nu door mij heen stroomt, is niet te beschrijven.

Het lijkt wel of ik samensmelt met een onbekende macht. Ergens in de verte hoor ik gesmoorde kreten. Bedroefd realiseer ik me dat dit de laatste doodskreten van mijn medestrijders zijn. Op het moment dat ik in de bol ben doorgedrongen waren zij ten dode opgeschreven.

Uitgeput val ik in slaap met een bedroefd maar ook euforisch gevoel.

Drie weken later

Ik schrik wakker van een geluid dat ik niet kan thuis brengen. Man wat voel ik me vreemd. Het lijkt wel of ik een eeuwigheid heb geslapen.

Boem, boem, boem hoor ik. Het geluid gaat continu door. Boem, boem, boem. Het geluid negeren gaat niet, het trilt werkelijk door mijn hele lijf. Hoewel ongelooflijk luid is het ergens ook weer geruststellend. Nog steeds moe van de strijd probeer ik de boem, boem, boem toch te negeren en verder te slapen.

Zes weken later

Wat een herrie. De boem, boem, boem lijkt steeds sneller te gaan.

Inmiddels zie ik beter dan ooit en ik probeer de wereld om me heen te ontdekken, niet dat daar veel te zien is. Ik zie niet alleen beter, ik voel me op de een of andere manier ook groot, heel groot. Ik probeer mezelf te bekijken maar kan mezelf niet vinden. Wat mijn lichaam zou moeten zijn, lijkt in niets op wat het ooit geweest is. Ik besluit dat het een nare droom moet zijn dus sluit mijn ogen en probeer boem, boem, boem te negeren.

Drie weken later

Ik word wakker van een vreemd gevoel. Ik voel me bekeken. Eerst werd het kouder in deze normaal heerlijk warme omgeving. Hoe goed ik ook mijn best doe, ik kan de bespieder niet ontdekken maar ik weet zeker, iemand kijkt naar me. Zou de stiekeme kijker mij maar kunnen vertellen hoe ik eruitzie. Mijn lichaam is extreem veranderd, dat kan ik voelen. Soms laat ik zelfs delen van mijn lichaam bewegen, hoe?, ik heb werkelijk geen idee.

Tien weken later

baby in baarmoeder

De vreemde sensatie is er weer, iemand kijkt naar mij. De afgelopen tijd heb ik gemerkt dat ik een stuk groter ben gegroeid dus ik zal ze krijgen. Ik ben niet meer dat kleine celletje van weleer.

Niet alleen ben ik gegroeid, ik ken ook nieuwe trucjes. Ik beweeg me voorzichtig naar de kou toe en beweeg uit alle macht dat ding, wat aan mijn onderlijf vast zit, richting de bespieder. Dat zal ze leren, denk ik tevreden.

Even denk ik dat het recht heeft gezegevierd maar dan hoor ik in de verte blijde stemmen. De kou wordt vervangen door iets warms. “Voel dan, voel dan…. hij schopt.”

Geen idee wat schoppen is maar eentje ervan heeft blijkbaar niet gewerkt. Ik besluit de warme plek te laten voelen dat dit mijn huis is en van niemand anders. Als snel merk ik dat het effect averechts is. Ik hoor blijde stemmen en het warme gebied lijkt alleen maar groter te worden. Ik geef het op, ik ben moe.

Drie weken later

Het gebeurt regelmatig dat de hele ruimte beweegt, heerlijk is dat. Ik kan daar echt van genieten. Helaas val ik dan meestal snel in slaap. Het tegenovergestelde gebeurt als het compleet stil is hier. Dan heb ik echt zin om mijn schoppers te proberen.

Vier weken later

Wat zag ik beroerd realiseer ik me nu. Nu kan ik pas echt goed om me heen kijken. Wat zie ik er vreemd uit!

Ik bestudeer mijn schoppers. Elke keer als ik die warmte weer voel, schop ik met mijn schoppers richting de warmte. Laatst heb ik het een keer niet gedaan. Toen ben ik er tegenaan gaan liggen en eerlijk is eerlijk, dat was best wel lekker.

Ik hoor vaak praten, meestal alleen een vrouwenstem. Ze heeft het vaak over Robin.

Geen idee wie dat is maar ik weet wel dat hij gigantisch wordt verwend. Ik hoor haar vaak praten over wat ze allemaal voor hem gekocht heeft. Het vreemde is wel, zij praat, maar niemand zegt iets terug.

Recht voor me hangt een lange sliert. Ik lijk hiermee vast te zitten aan de wand. Af toe grijp ik ernaar maar vasthouden lukt nog niet. Inmiddels begint het wel krapper te worden. Of ik word groter of de ruimte wordt kleiner.

Zes weken later

Mijn zicht wordt beter en beter en ook mijn gehoor gaat met sprongen vooruit.

Inmiddels heb ik een hele nieuwe sensatie ontdekt. Dat ding tussen mijn ogen vangt vreemde dingen op. Hoe ik het moet noemen, weet ik niet maar een vreemde ervaring is het wel.

De vrouw praat nog steeds veel over Robin. Naast de vrouw hoor ik ook vaak een mannenstem over Robin praten.

Steeds vaker bekruipt me het gevoel dat ik misschien wel Robin heet. Als de man de naam noemt, dan voel ik vaak de warmte weer. Hoe meer ik er dan tegenaan schop. Hoe vaker die naam genoemd wordt. “Toe maar Robin, schop maar tegen papa’s hand.”

Twee weken later

De man en vrouw gaan samen regelmatig naar een of andere bijeenkomst. Ze hebben het de hele tijd over baby’s.

Geen idee wat het zijn. Ze praten over puffen, glijbanen, kraamtijd, soorten huiltjes en vooral het woord verloskundige komt vaak voorbij.

Tijdens zo’n cursus gaat mijn woonruimte vaak heerlijk rustig op en neer. Als ik het goed heb begrepen heet dat buikademhaling.

Dit moet de vrouw, in wie ik woon, doen om pijn op te vangen. Je leest het trouwens goed. Inmiddels ben ik er dus van overtuigd dat ik in het lichaam van de vrouw woon. Hoe kan het anders zijn dat ik haar vaak hoor. Als ik een keer andere mensen hoor, dan is zij er toch altijd bij. Als zij beweegt, zij noemt het wandelen, dan beweeg ik heerlijk op en neer in mijn comfortabele ruimte.

Twee weken later

Het werd al krapper maar nu zit ik helemaal klem. Mijn hoofd kan inmiddels geen kant meer op. Ik hoor de vrouw, die dus mijn huisbaas is, regelmatig praten over de laatste loodjes en hoe die het zwaarst wegen. Ik snap er niets van. Ik weet alleen dat er nodig verbouwd moet worden. Als ik nog groter word dan pas ik echt niet meer.

Drie weken later

Mijn huisbaas, of zou ik haar mama moeten noemen?, is vandaag al de hele dag onrustig. Ze staat, ze zit, ze loopt en ze ligt maar ze houdt niets lang vol.

Ik hoor haar regelmatig praten tegen haar zwijgzame luisteraar. “Nee, ik weet het zeker lief, het komt vandaag. Ik voel het gewoon. Kom je op tijd naar huis?”

Het blijft even stil. “Nee schat, vandaag kun je echt niet overwerken. Je moet in de buurt zijn als de weeën beginnen.” wederom stilte. “Dank je wel schat, ik zie je zo.”

Mijn mama is nu een stuk rustiger. Een goed moment om haar eens te laten weten dat mijn woonplek me steeds minder bevalt. Zo goed als ik kan probeer ik me te bewegen maar lukken wil het niet. “Rustig Robin”, hoor ik. “Rustig Robin, het duurt niet lang meer.” Geen idee wat ze daarmee bedoelt. Zou er een verbouwing aankomen?

Een paar uur later

Paniek!, het vocht waar ik zo heerlijk in dreef is voor een groot deel weg. Mijn hoofd zit steeds vaster en het lijkt wel of ik daal. Kortom, ik voel me niet prettig. Mijn mama heeft het zo te horen ook niet naar haar zin. Om de zoveel minuten hoor ik haar hard zuchten en kreunen. Gelukkig is de man inmiddels bij haar.

Een uur later

Ik word steeds verder naar beneden gedrukt. Mijn ogen heb ik stijf dicht maar ik voel dat de ruimte om me heen verandert. Het is bloedheet en ik ben er eigenlijk wel klaar mee. Al uren lang is het hier onrustig. Regelmatig hoor ik mama hard kreunen. Opeens hoor ik een vreemde stem zeggen: “je hebt al zeven centimeter ontsluiting!”

3 uur later

Bovenop voelt het opeens koud. “Het hoofdje, daar is het hoofdje” hoor ik de man enthousiast roepen.

Iets raakt mijn hoofdje zachtjes aan en houdt mij teder vast. Ik krijg het steeds kouder nu een steeds groter deel van mijn lichaam de heerlijke warmte verlaat.

Ik probeer me nog een keer om te draaien, blijkbaar tot grote vreugde van de aanwezigen. “Kijk hij draait zich, zodat de schouders geboren kunnen worden.”

Enkele ogenblikken later ben ik helemaal koud en lig ik op een vreemde maar toch vertrouwde ondergrond. Iemand houdt mij goed vast.

Robin

“Dag Robin, welkom op de wereld”, zegt een bekende stem. Ik probeer mijn ogen open te doen en zie voor het eerst mijn mama. Naar haar stem luister ik al maanden, maar zo hard als nu, heeft zij nog nooit geklonken.

Ook de vertrouwde mannenstem laat van zich horen. Het voelt allemaal vreemd maar toch ook heel vertrouwd. Ik begin het net weer een beetje warmer te krijgen als ik weer wordt opgepakt. Ik ben het hier niet mee eens en tot mijn verbazing stoot ik een oorverdovend lawaai uit. Het lijkt geen indruk te maken op de omstanders.

“Wilt u de navelstreng doorknippen, meneer?” “Ik dacht dat u het nooit zou vragen”, zegt de man die zich voorgesteld heeft als mijn papa.

De sliert waarmee ik vast aan de wand zat wordt netjes neergelegd. Een vreemde vrouw bevestigt wat aan beide kanten en geeft mijn vader een gevaarlijk uitziend voorwerp. Dat ziet er eng uit en ik begin nogmaals dat luide geluid te produceren. Mijn mama spreekt troostende woordjes tegen mij terwijl mijn papa opgetogen roept: “Schat! het is gelukt. Ik heb de navelstreng doorgeknipt! Die was trouwens best wel stug.” “Goed zo schat.”

Nu ik verlost ben van die vreemde sliert word ik vastgepakt door een vreemde vrouw. Haar stem heb ik de afgelopen maanden wel een paar keer gehoord, maar lang niet zo vaak als de stemmen van mijn papa en mama.

“Even een paar testjes uitvoeren jongeman.” Ze trekt aan mijn schoppers en aan mijn grijpers en laat me zelfs schrikken. Ik voel me zelf verstijven.

Gelukkig is ze zo te zien tevreden want ze zegt tegen mijn papa. “Kom versgebakken vader, houd jij je pasgeboren zoon eens vast.”

Voorzichtig neemt mijn papa mij in zijn armen. De warmte voelt vertrouwd. “Zo kleine man, wat ben je toch een wonder” verzucht hij. “Zegt dat wel” beaamt de vreemde vrouw.

“Hij is begonnen als één piepkleine zaadcel tussen vele miljoenen anderen. Hij heeft de bittere zwemwedstrijd naar de eicel van zijn moeder gewonnen en zich daarmee versmolten. Na negen maanden is de zaadcel uitgegroeid tot een prachtige zoon. Het moet een zaadcel met lef geweest zijn. Want zonder lef was hij hier nooit geweest. Welkom op de wereld Robin!”

Einde maar eigenlijk het begin. Het begin van het avontuur dat het leven heet. Een avontuur waarvoor je wel wat lef gebruiken kunt.

Remco de Swart

Rondom de zwangerschap

Rondom de zwangerschap is onze 9-delige special over zwangerschap en de eerste tijd met je kindje. Je kunt deze special gratis opvragen.

Misschien vindt je dit ook leuk…

Kinderen bij de bevalling

Kinderen bij de bevalling

Mag je kind bij de bevalling zijn of niet? Wanneer je gaat bevallen van je tweede (of volgende)  kindje wil je...

Vader worden

Vader worden

Vader worden? Volg samen een zwangerschapscursus! Vader worden lijkt vanzelf te gaan, maar wist je dat jij als...

0 reacties